Lang leve de drempelvrije websites!
Ontoegankelijke websites hebben als gevolg dat mensen met een beperking deze websites niet kunnen gebruiken. Hierbij kan gedacht worden aan mensen die blind, kleurenblind, slechtziend of motorisch beperkt zijn. Maar ook aan mensen die doof zijn en niet zo makkelijk teksten kunnen lezen, omdat gebarentaal hun moedertaal en Nederlands hun tweede taal is. In totaal zijn er 2,44 miljoen mensen met een beperking in Nederland1).
Slecht toegankelijke websites functioneren niet of niet goed op moderne devices zoals tablets en smartphones. Tegenwoordig wordt het merendeel van de websites zelfs bezocht vanaf een iPad, iPhone of een device met Android. En sinds april 2015 hanteert Google de volgende strategie: sites met een responsive layout die zich aanpassen aan het scherm van het gebruikte device eindigen hoger in de zoekresultaten dan ouderwetse sites2).
Twijfel niet en neem contact met ons op.
Sinds 1 januari 2015 moeten overheidssites drempelvrij zijn.
Na onderzoek van Stichting Drempelvrij in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat slechts 7% van de gemeentes hieraan voldoet. Dat is zorgelijk omdat burgers steeds vaker hun zaken via internet moeten regelen.
60% van de gemeenten heeft een ontoegankelijke website […]
Bron: Mensen met beperking stranden op falende gemeentesites
Datum: 20 mei 2015
Burgers en bedrijven zijn steeds meer aangewezen op gemeentelijke en overheidswebsites om informatie op te zoeken en zaken te regelen. Als deze websites niet toegankelijk zijn, betekent dit dat mensen met een beperking en ook oudere mensen veel moeilijker of geen toegang hebben tot informatie en diensten van gemeentes of overheid.
Het gaat zelfs zover dat het recht op gelijke toegang tot informatie en het recht op non-discriminatie wordt geschonden. Voor mensen met beperkingen is ontoegankelijkheid zelfs meetbaar. Op de site van het College voor de Rechten van de Mens is te lezen dat het recht op digitale toegankelijkheid is vastgelegd in het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, waarvoor de Goedkeuringswet bij de Tweede Kamer in behandeling is.
Websites kunnen worden beoordeeld op de mate van toegankelijkheid. Dit gebeurt door de Stichting Drempelvrij. Zij gebruikt bij de beoordeling 3 niveaus:
Drempelvrij niveau 1:
groen logo zonder sterrendrempelvrij niveau 1 logo (WCAG 2.0 of Webrichtlijnen 2, Level A)
Blijkt uit de inspectie dat uw site voldoet aan Level A van WCAG 2.0 of Webrichtlijnen 2, dan mag u het groene logo zonder sterren voeren. Dit is drempelvrij niveau 1. Bij de uitleg van het logo staat of het logo betrekking heeft op WCAG of op Webrichtlijnen.
Drempelvrij niveau 2:
groen logo met 2 sterrendrempelvrij niveau 2 logo (WCAG 2.0, Level AA)
Haalt u Level AA van WCAG 2.0, dan heeft u recht op het voeren van het groene logo met 2 sterren. Uw site voldoet dan aan drempelvrij niveau 2.
Drempelvrij niveau 3:
groen logo met 3 sterrendrempelvrij niveau 3 logo (Webrichtlijnen 2, Level AA)
Het hoogste niveau is drempelvrij niveau 3. Daarbij hoort het groene logo met 3 sterren. Voldoet uw site aan Webrichtlijnen 2 Level AA, dan mag u dit logo op de site plaatsen.
Webrichtlijnen versie 2 definieert hoe webcontent betekenisvoller, beter bruikbaar, beter uitwisselbaar, duurzamer en toegankelijker kan worden gemaakt voor verschillende bezoekers, browsers, zoekmachines en diverse devices. Dat is van belang voor bezoekers, maar ook voor bedrijven en overheidsinstellingen zelf. Feit is dat tegenwoordig veel mensen gebruik maken van zowel laptops, tablets als mobiele telefoons om informatie te vinden.
Binnen deze Webrichtlijnen spelen de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.0 een belangrijke rol. Het is zelfs zo dat de WCAG 2.0 van het World Wide Web Consortium (W3C) volledig hierin is opgenomen. Webrichtlijnen versie 2 is echter breder en bevat naast toegankelijkheidsrichtlijnen ook richtlijnen met betrekking tot kwaliteit, zoekmachine-optimalisatie en gebruiksvriendelijkheid.
Webrichtlijnen versie 2 is opgebouwd uit verschillende onderdelen. De WCAG 2.0 richtlijnen zijn opgedeeld in vier principes. De Webrichtlijnen versie 2 voegt hier het principe 'Universeel' met bijbehorende richtlijnen aan toe. Elke richtlijn is vervolgens opgedeeld in één of meerdere meetbare succescriteria. Omdat WCAG 2.0 techniek-onafhankelijk is opgesteld kan hiermee de toegankelijkheid van alle content op het web worden gemeten.
Grote delen van de onderstaande teksten zijn overgenomen van de website van http://accessibility.nl. De teksten bij richtlijnen en succescriteria zijn ingekort. Volledige beschrijvingen zijn te vinden in de Webrichtlijnen 2 norm.
Principe 1: Waarneembaar
Richtlijn 1.1: Tekstalternatieven
Richtlijn 1.2: Op tijd gebaseerde media
Richtlijn 1.3: Aanpasbaar
Richtlijn 1.4: Onderscheidbaar
Principe 2: Bedienbaar
Richtlijn 2.1: Toetsenbordtoegankelijk
Richtlijn 2.2: Genoeg tijd
Richtlijn 2.3: Toevallen
Richtlijn 2.4: Navigeerbaar
Principe 3: Begrijpelijk
Richtlijn 3.1: Leesbaar
Richtlijn 3.2: Voorspelbaar
Richtlijn 3.3: Assistentie bij invoer
Principe 4: Robuust
Richtlijn 4.1: Compatibel
Principe Universeel
Richtlijn U.1: Semantisch
Richtlijn U.2: Gescheiden
Richtlijn U.3: Bouw gelaagd
Richtlijn U.4: Foutmeldingen
Richtlijn U.5: Formulieren
Richtlijn U.6: Meertaligheid
Richtlijn U.7: Geneste weergavekaders
Richtlijn U.8: Identificatie van tekens en symbolen
Richtlijn U.9: Openheid
Richtlijn U.10: URI's
Alle door W3C in Techniques for WCAG 2.0 beschreven technieken ondersteund zijn door toegankelijkheid en dus gebruikt mogen worden voor de realisatie van drempelvrije websites.
De technieken voor het principe Universeel die geen deel uitmaken van WCAG 2.0 zijn te vinden op: http://versie2.webrichtlijnen.nl/techniek/.
Veelgebruikte User Agents (web browsers) om de richtlijnen te toetsen zijn:
Al deze web browsers zijn in vergaande mate compatibel met de de facto3) HTML5 standaard.
Richtlijn 1.1: Tekstalternatieven
Lever tekstalternatieven voor alle niet-tekstuele content, zodat die veranderd kan worden in andere vormen die mensen nodig hebben, zoals grote letters, braille, spraak, symbolen of eenvoudiger taal.
Succescriterium 1.1.1: Niet-tekstuele content (niveau A)
Alle niet-tekstuele content die aan de gebruiker wordt gepresenteerd, heeft een tekstalternatief dat een gelijkwaardig doel dient.
Uitleg van het succescriterium
Alle belangrijke niet-tekstuele content zoals afbeeldingen, knoppen en formulier invoervelden, moeten een tekstueel alternatief of naam hebben. Dan kan de voorleessoftware van blinde bezoekers die informatie namelijk voorlezen. Voor sommige niet-tekstuele content, zoals video en audio, zijn aparte succescriteria (1.2.1 tot en met 1.2.5). Voor succescriterium 1.1.1 hoeft daarom alleen een beschrijvende naam boven die content geboden te worden.
Richtlijn 1.2: Op tijd gebaseerde media
Lever alternatieven voor op tijd gebaseerde media.
Succescriterium 1.2.1: Louter-geluid en louter-videobeeld (vooraf opgenomen) (Niveau A)
Voor media met vooraf opgenomen louter-geluid en vooraf opgenomen louter-videobeeld is het volgende waar, behalve als de audio of video een media-alternatief voor tekst is en duidelijk als zodanig is gelabeld:
Uitleg van het succescriterium
Dit succescriterium heeft betrekking op alles wat alleen geluid is (dus zonder beeld) of alleen videobeeld (dus zonder geluid). Hiervoor dient een volledig uitgeschreven tekst te worden geboden, zodat dezelfde informatie ook voor dove en blinde bezoekers beschikbaar is. Bij alleen videobeeld mag ook een geluidspoor worden geboden, waarmee alle visuele informatie aan blinde bezoekers wordt voorgelezen.
Succescriterium 1.2.2: Ondertiteling voor doven en slechthorenden (vooraf opgenomen) (Niveau A)
Er worden ondertitels voor doven en slechthorenden geleverd voor alle vooraf opgenomen audiocontent in gesynchroniseerde media, behalve als het mediabestand een media- alternatief is voor tekst en duidelijk als zodanig is gelabeld.
Uitleg van het succescriterium
Voor alle gesproken tekst en andere belangrijke geluiden in een video dient ondertiteling geboden te worden. Op die manier is de informatie ook beschikbaar is voor bezoekers die doof of slechthorend zijn. Er is een uitzondering, waarbij geen ondertiteling geboden hoeft te worden: als concreet is aangegeven dat de video een media-alternatief is voor de tekst op de pagina én de video ook niet meer informatie geeft dan die tekst.
Succescriterium 1.2.3: Audiodescriptie of media-alternatief (vooraf opgenomen) (Niveau A)
Er wordt een alternatief voor op tijd gebaseerde media of audiodescriptie van de vooraf opgenomen videocontent geleverd voor gesynchroniseerde media, behalve als het mediabestand een media-alternatief is voor tekst en duidelijk als zodanig is gelabeld.
Uitleg van het succescriterium
Audiodescriptie is gesproken tekst die is toegevoegd aan het standaard audiospoor om belangrijke visuele details te beschrijven, die niet vanuit het standaard audiospoor alleen te begrijpen zijn. Vaak kan audiodescriptie in een videospeler aan of uit worden gezet. De audiodescriptie is belangrijk voor blinde bezoekers, die niet kunnen zien wat in beeld gebeurt/verschijnt.
Voor succescriterium 1.2.3 (niveau A) zijn twee uitzonderingen, waarbij geen audiodescriptie nodig is:
Succescriterium 1.2.4: Ondertitels voor doven en slechthorenden (live) (Niveau AA)
Er worden ondertitels voor doven en slechthorenden geleverd voor alle live audiocontent in gesynchroniseerde media.
Uitleg van het succescriterium
Voor alle gesproken tekst en andere belangrijke geluiden in een live video dient ondertiteling geboden te worden. Het doel van dit succescriterium is om mensen die doof of slechthorend zijn in staat te stellen live video's te bekijken.
Succescriterium 1.2.5: Audiodescriptie (vooraf opgenomen) (Niveau AA)
Er wordt een audiodescriptie geleverd voor alle vooraf opgenomen videocontent in gesynchroniseerde media.
Uitleg van het succescriterium
Audiodescriptie is gesproken tekst die is toegevoegd aan het standaard audiospoor om belangrijke visuele details te beschrijven, die niet vanuit het standaard audiospoor alleen te begrijpen zijn. Vaak kan audiodescriptie in een videospeler aan of uit worden gezet. De audiodescriptie is belangrijk voor blinde bezoekers, die niet kunnen zien wat in beeld gebeurt/verschijnt.
In tegenstelling tot succescriterium 1.2.3 (niveau A), is er voor succescriterium 1.2.5 (niveau AA) geen uitzondering mogelijk en dient altijd audiodescriptie geboden te worden (indien nodig).
Richtlijn 1.3: Aanpasbaar
Creëer content die op verschillende manieren gepresenteerd kan worden (bijvoorbeeld eenvoudiger lay-out) zonder verlies van informatie of structuur.
Succescriterium 1.3.1: Info en relaties (Niveau A)
Informatie, structuur, en relaties overgebracht door presentatie kunnen door software bepaald worden of zijn beschikbaar in tekst.
Uitleg van het succescriterium
Alle informatie die visueel wordt overgedragen, dient ook tekstueel of semantisch (in betekenisvolle code) te worden overgedragen. Op deze manier kan de informatie ook aan blinde bezoekers worden voorgelezen. Let in het bijzonder op het volgende:
Gebruik correcte lijstopmaak, namelijk <ul> voor ongeordende lijsten en <ol> voor geordende lijsten. Maak lijstitems op met <li> elementen. Gebruik <dl>, <dt> en <dd> voor definitielijsten.
Maak alle koppen correct op, namelijk met <h1> tot en met <h6> elementen. Gebruik <caption> voor de kop van een tabel en <legend> voor de kop van een groep (<fieldset>) formuliervelden.
Gebruik <table> voor datatabellen. Maak rij- en kolomkoppen op met <th> en datacellen met <td>. Voeg zo nodig het attribuut scope of de attributen id en headers toe om associaties te maken. Zeer eenvoudige datatabellen van 2 kolommen, zonder kolomkoppen hebben geen rijkoppen nodig.
Controleer ook alle andere informatie die visueel wordt overgebracht en zorg ervoor dat deze informatie ook voorgelezen kan worden. Enkele voorbeelden: het tabblad dat actief is, welk veld verkeerd is ingevuld en welke woorden in een zin visueel nadruk krijgen.
Succescriterium 1.3.2: Betekenisvolle volgorde (Niveau A)
Als de volgorde waarin content wordt gepresenteerd van invloed is op zijn betekenis, kan een betekenisvolle leesvolgorde door software bepaald worden.
Uitleg van het succescriterium
Content dient in een betekenisvolle volgorde in de broncode te staan. De voorleessoftware van blinde bezoekers kan de informatie dan correct voorlezen. Een voorbeeld waarbij dit verkeerd gaat: wanneer op een vraagteken-icoon wordt geklikt, verschijnt visueel naast het icoon een uitleg. Deze informatie staat in de broncode echter onderaan de pagina en niet direct onder het icoon. Hierdoor kan de informatie niet direct worden voorgelezen aan blinde bezoekers.
Voor HTML-pagina's is de leesvolgorde te testen door de website zonder stylesheets te bekijken. In Firefox kan dit door in het menu te gaan naar: Beeld - Paginastijl - Geen Stijl.
Succescriterium 1.3.3: Zintuiglijke eigenschappen (Niveau A)
Instructies die geleverd worden om content te begrijpen en te bedienen zijn niet alleen afhankelijk van zintuiglijke eigenschappen van componenten zoals vorm, omvang, visuele locatie, oriëntatie of geluid.
Uitleg van het succescriterium
Instructies mogen niet alleen afhankelijk zijn van vorm, omvang, locatie, oriëntatie of geluid. Meer toelichting:
Vorm:
Denk aan bijvoorbeeld een legenda: informatie door stippellijnen, driehoeken etc. dient ook tekstueel overgebracht te worden.
Omvang:
Bijvoorbeeld: hoe groter een zoekwoord getoond wordt, hoe meer resultaten er voor zijn. Die informatie dient ook tekstueel te worden overgebracht.
Locatie:
‘Links vind je gerelateerde artikelen’ is bijvoorbeeld niet te begrijpen voor blinde bezoekers, tenzij ‘gerelateerde artikelen’ ook bovenaan die lijst met artikelen staat.
Symbolen en iconen:
Bied altijd een goed tekstueel alternatief, zodat de informatie ook aan blinde bezoekers kan worden voorgelezen (zie ook succescriterium 1.1.1)
Geluid:
Dit komt niet vaak voor. Denk bijvoorbeeld aan geluid dat aangeeft dat een quiz- vraag goed is beantwoord. Deze informatie dient ook tekstueel te worden geboden.
Oriëntatie:
Dit komt ook niet vaak voor. Denk aan bijvoorbeeld een icoon dat schuin een andere betekenis heeft, dan rechtopstaand.
Voor eisen met betrekking tot kleur zie Richtlijn 1.4.
Richtlijn 1.4: Onderscheidbaar
Maak het voor gebruikers gemakkelijker om content te horen en te zien, waaronder scheiding van voorgrond en achtergrond.
Succescriterium 1.4.1: Gebruik van kleur (Niveau A)
Kleur wordt niet als het enige visuele middel gebruikt om informatie over te brengen, een actie aan te geven, tot een reactie op te roepen of een visueel element te onderscheiden.
Uitleg van het succescriterium
Als informatie alleen wordt overgebracht door kleurverschillen, dan kan deze informatie mogelijk niet waargenomen worden door slechtziende of kleurenblinde bezoekers. Het is daarom van belang dat de informatie ook op een andere, niet- kleurafhankelijke manier wordt overgebracht.
Voorbeelden:
Dit succescriterium richt zich specifiek op kleurperceptie. Andere vormen van perceptie worden behandeld in Richtlijn 1.3 inclusief softwarematige toegang tot kleur en andere codering van visuele presentatie.
Succescriterium 1.4.2: Geluidsbediening (Niveau A)
Als een geluidsweergave op een webpagina automatisch meer dan 3 seconden speelt, is er of een mechanisme beschikbaar om de geluidsweergave te pauzeren of te stoppen, of er is een mechanisme beschikbaar om het geluidsvolume onafhankelijk van het overall systeemvolume te regelen.
Uitleg van het succescriterium
Omdat blinde bezoekers met voorleessoftware de website laten voorlezen, kan geluid dat automatisch afspeelt zeer storend zijn. Het beste is om geluid nooit automatisch te laten afspelen. Als dit toch wordt gedaan, zorg er dan voor dat het geluid binnen 3 seconden stopt of dat het gestopt/gepauzeerd kan worden met een knop aan het begin van de pagina. Een knop om het volume zachter te zetten of helemaal uit is ook een goede oplossing.
Succescriterium 1.4.3: Contrast (minimum) (Niveau AA)
De visuele weergave van tekst en afbeeldingen van tekst heeft een contrastverhouding van ten minste 4,5:1, behalve in de volgende gevallen:
Uitleg van het succescriterium
Het doel van dit succescriterium is om voldoende contrast te bieden tussen de tekstkleur en de achtergrondkleur, zodat de tekst goed kan worden gelezen door kleurenblinde of slechtziende bezoekers.
Met het gratis programma Contrast Analyser is het mogelijk om het contrast te meten. Meer informatie: http://accessibility.nl/kennisbank/tools/kleurcontrast.
Succescriterium 1.4.4: Herschalen van tekst (Niveau AA)
Behalve voor ondertitels voor doven en slechthorenden en afbeeldingen van tekst, kan tekst zonder hulptechnologie tot 200 procent schalen zonder verlies van content of functionaliteit.
Uitleg van het succescriterium
Voor slechtziende bezoekers is het belangrijk dat de tekst op een pagina moet kunnen worden vergroot tot 200%. Zorg ervoor dat hierbij geen informatie ontbreekt. Bijvoorbeeld wanneer tekst buiten een kader valt en daardoor niet meer te lezen is of wanneer deze buiten beeld komt te staan, zonder dat gescrold kan worden. Pagina's dienen bijvoorbeeld eenvoudig tot 200% ingezoomd te kunnen worden bij een resolutie van 1024 x 768.
Succescriterium 1.4.5: Afbeeldingen van tekst (Niveau AA)
Als de gebruikte technologieën de visuele weergave tot stand kunnen brengen, gebruik dan liever tekst in plaats van afbeeldingen van tekst om informatie over te brengen, behalve in de volgende gevallen:
Uitleg van het succescriterium
Voor bezoekers met een visuele beperking is het belangrijk dat tekst met HTML wordt geplaatst en niet op afbeeldingen. Tekst in HTML is namelijk met een eigen stylesheet naar wensen op te maken. In een eigen stylesheet kies je bijvoorbeeld voor- en achtergrondkleur, lettertype of lettergrootte, zodat de tekst aangepast wordt aan jouw wensen.
Een manier waarop dit eenvoudig kan worden getest, is door alles op de webpagina te selecteren (CTRL + a / Cmd + a). Doordat alles geselecteerd wordt, is direct te zien welke tekst op afbeeldingen staat en welke in HTML.
Componenten van de gebruikersinterface en navigatie moeten bedienbaar zijn.
Richtlijn 2.1: Toetsenbordtoegankelijk
Maak alle functionaliteit beschikbaar vanaf een toetsenbord.
Succescriterium 2.1.1: Toetsenbord (Niveau A)
Alle functionaliteit van de content is bedienbaar via een toetsenbordinterface zonder dat afzonderlijke toetsaanslagen aan tijd gebonden zijn, behalve als de onderliggende functie een invoer vereist die afhangt van het pad dat de gebruiker aflegt en niet alleen van de eindpunten.
Opmerking 1: deze uitzondering is gerelateerd aan de onderliggende functie, niet aan de invoertechniek. Als we bijvoorbeeld met de hand geschreven tekst invoeren, vereist de invoertechniek (met de hand geschreven tekst) padafhankelijke invoer, maar de onderliggende functie (tekstinvoer) vereist dat niet.
Opmerking 2: dit succescriterium verbiedt geen muisinvoer of andere invoermethoden naast de toetsenbordinvoer en wil dit ook niet ontmoedigen.
Uitleg van het succescriterium
Alle functionaliteit op de website dient bediend te kunnen worden met het toetsenbord.
Dit succescriterium kan getoetst worden door de gehele website alleen te bedienen met het toetsenbord. Gebruik de toetsen 'Tab', 'Enter', 'Spatie' en in sommige gevallen de pijltoetsen (bijvoorbeeld bij keuzerondjes) om door de website te navigeren.
Succescriterium 2.1.2: Geen toetsenbordval (Niveau A)
Als de toetsenbordfocus met de toetsenbordinterface verplaatst kan worden naar een component van de pagina, dan kan de focus ook met alleen de toetsenbordinterface weer van dat component weg worden bewogen, en, als er meer nodig is dan de standaard pijl- of tabtoetsen of andere standaard methoden om de focus te verplaatsen, dan wordt de gebruiker geïnformeerd over de manier waarop de focus kan worden verplaatst.
Uitleg van het succescriterium
Het mag nooit zo zijn dat een bezoeker “vast” komt te zitten, wanneer hij of zij met het toetsenbord navigeert. Denk bijvoorbeeld aan een menu, waar men niet meer uit kan 'tabben'.
Dit succescriterium kan getoetst worden door de gehele website enkel te bedienen met het toetsenbord. Gebruik de toetsen 'Tab', 'Enter', 'Spatie' en in sommige gevallen de pijltoetsen (bijvoorbeeld bij keuzerondjes in een formulier) om door de website te navigeren.
Richtlijn 2.2: Genoeg tijd
Geef gebruikers genoeg tijd om content te lezen en te gebruiken.
Succescriterium 2.2.1: Timing aanpasbaar (Niveau A)
Voor elke tijdslimiet die door de content wordt ingesteld geldt ten minste een van de volgende zaken: uitzetten, aanpassen, verlengen, realtime uitzondering, essentiële uitzondering of 20 uur uitzondering.
Uitleg van het succescriterium
Als een bezoeker beperkt de tijd heeft om iets te lezen of de doen op de pagina, dient de mogelijkheid geboden te worden om de tijd uit te zetten, aan te passen (tot ten minste tien keer de standaard tijdperiode) of te verlengen (minstens tien keer). Dit succescriterium is vooral belangrijk voor blinde en cognitief beperkte bezoekers. Let in het bijzonder op:
Formulieren:
Als de sessie binnen een bepaalde tijd verloopt, dient deze te kunnen worden uitgezet, aangepast of verlengd.
Banners, sliders, scrollende content:
Beweging moet kunnen worden gepauzeerd, zodat de bezoeker de tijd heeft om de informatie te lezen / functionaliteit te bedienen.
Refresh:
Voorkom dat de pagina automatisch ververst na een bepaalde tijd.
Dit succescriterium moet in samenhang met Succescriterium 3.2.1 worden beschouwd, dat limieten stelt aan veranderingen van content of context als gevolg van een gebruikersactie.
DigiD uitzondering:
Op dit moment is het voor een website met DigiD niet mogelijk om te voldoen aan succes criterium 2.2.1. Dit heeft te maken met het feit dat er content aanwezig is met een tijdslimiet, waarvan de timing niet aanpasbaar is. Het Waarmerk drempelvrij.nl heeft besloten dat voor de tijdslimiet van de inlogpagina van DigiD dispensatie wordt verleend. Dat houdt in dat een tijdslimiet van totaal 120 minuten voldoende is om aan het succescriterium 2.2.1 te voldoen.
Succescriterium 2.2.2: Pauzeren, stoppen, verbergen (Niveau A)
Voor alle bewegende, knipperende, scrollende of automatisch actualiserende informatie gelden alle volgende zaken:
Uitleg van het succescriterium
Bewegende, knipperende, scrollende of automatisch actualiserende content, kan bezoekers afleiden bij het gebruik van de rest van de pagina. Voorkom dit type content of bied de mogelijkheid om de beweging te stoppen of te pauzeren.
Voor eisen gerelateerd aan knipperende of flitsende content zie Richtlijn 2.3.
Richtlijn 2.3: Toevallen
Ontwerp content niet op een manier waarvan bekend is dat die toevallen veroorzaakt.
Succescriterium 2.3.1: Drie flitsen of beneden drempelwaarde (Niveau A)
Webpagina's bevatten niets wat meer dan drie keer flitst in enige periode van één seconde of de flits is beneden de algemene flits- en rodeflitsdrempelwaarden.
Uitleg van het succescriterium
Voorkom sterk flitsende content. Dit kan epilepsie aanvallen veroorzaken bij sommige bezoekers.
Richtlijn 2.4: Navigeerbaar
Lever manieren om gebruikers te helpen navigeren, content te vinden en te bepalen waar ze zijn.
Succescriterium 2.4.1: Blokken omzeilen (Niveau A)
Er is een mechanisme beschikbaar om blokken content die op meerdere webpagina's worden herhaald te omzeilen.
Uitleg van het succescriterium
Zorg ervoor dat blinde bezoekers en toetsenbordgebruikers blokken herhalende content kunnen overslaan, zodat zij direct bij de hoofdcontent kunnen komen. Denk bij blokken herhalende content aan alles dat zich op meerdere pagina's herhaalt: menu's, een zoekveld, logo etc. De beste manier om het overslaan van herhalende content mogelijk te maken, is door bovenaan de pagina een skiplink te bieden die direct naar de hoofdcontent leidt. Zorg ervoor dat de link zichtbaar wordt, wanneer deze met het toetsenbordfocus ontvangt.
Succescriterium 2.4.2: Paginatitel (Niveau A)
Webpagina's hebben titels die het onderwerp of doel beschrijven.
Uitleg van het succescriterium
Bied een duidelijke, beschrijvende titel voor webpagina's. Gebruik hiervoor in HTML het title element. Een goede titel is belangrijk voor bezoekers met verschillende beperkingen. Het biedt een belangrijk hulpmiddel bij het navigeren door de website; men weet direct waar een pagina over gaat.
Succescriterium 2.4.3: Focus volgorde (Niveau A)
Als een webpagina sequentieel genavigeerd kan worden en de navigatiesequenties hebben invloed op de betekenis of het gebruik, dan krijgen focusbare componenten de focus in de juiste volgorde waardoor betekenis en bedienbaarheid behouden blijft.
Uitleg van het succescriterium
Zorg dat de tabvolgorde door webpagina's logisch is, wanneer men met het toetsenbord navigeert. Als bijvoorbeeld een lightbox wordt geopend, dient de toetsenbordfocus direct in de lightbox te komen en dient niet uit de lightbox getabt te kunnen worden, voordat deze is afgesloten. Een ander voorbeeld: een knop met 'Meer opties' klapt uit, de opties verschijnen eronder. Als echter verder wordt getabt, is de eerste optie niet het eerstvolgende item dat toetsenbordfocus ontvangt.
Succescriterium 2.4.4: Linkdoel (in context) (Niveau A)
Het doel van elke link kan bepaald worden uit enkel de linktekst of uit de linktekst samen met zijn door software bepaalde linkcontext, behalve daar waar het doel van de link een dubbelzinnige betekenis zou kunnen hebben voor gebruikers in het algemeen.
Uitleg van het succescriterium
Bied een duidelijke linktekst, die aangeeft waar de link naartoe verwijst. Wees voorzichtig met links als 'klik hier' en 'lees verder'. Deze zijn alleen toegestaan, wanneer de omliggende context voldoende extra toelichting biedt. Denk hierbij aan de zin waar de link in staat of de kolomkop in een tabel. Het beste is echter om de linktekst zelf duidelijk genoeg te maken, zodat een blinde bezoeker direct weet waar een link naartoe verwijst, wanneer hij van link naar link 'springt'.
Succescriterium 2.4.5: Meerdere manieren (Niveau AA)
Er is meer dan één manier beschikbaar om een webpagina binnen een verzameling webpagina's te vinden, behalve wanneer de webpagina het resultaat is van, of een stap in, een proces.
Uitleg van het succescriterium
Zorg ervoor dat iedere pagina op de website op minstens twee verschillende manieren te bereiken is. Bijvoorbeeld door naast de standaard navigatie tevens een zoekveld of sitemap te bieden. Een uitzondering is een formulier of test die uit meerdere stappen bestaat: de stappen na de eerste pagina hoeven niet op een andere manier bereikbaar te zijn. Dit succescriterium helpt bezoekers met verschillende type beperkingen om content op de website te kunnen vinden.
Succescriterium 2.4.6: Koppen en labels (Niveau AA)
Koppen en labels beschrijven het onderwerp of doel.
Uitleg van het succescriterium
De koppen en labels (in een formulier) dienen altijd een goede beschrijving te bieden van het doel of onderwerp. Dit is belangrijk voor bezoekers met verschillende beperkingen: goede koppen en labels zijn essentieel om de content (snel) te kunnen begrijpen. Blinde bezoekers kunnen bijvoorbeeld een overzicht opvragen van alle koppen op de pagina en op die manier snel een beeld krijgen van de inhoud.
Voorbeeld: een kop als ''Meer informatie“ kan een betere beschrijving krijgen. Bijvoorbeeld “Meer informatie over voorleessoftware”.
Succescriterium 2.4.7: Focus zichtbaar (Niveau AA)
Elke gebruikersinterface die met een toetsenbord te bedienen is, heeft een bedieningswijze waarbij de indicator van de toetsenbordfocus zichtbaar is.
Uitleg van het succescriterium
Zorg ervoor dat altijd visueel zichtbaar is waar de toetsenbordfocus zich bevindt, wanneer met het toetsenbord wordt genavigeerd.
Dit succescriterium kan getoetst worden door de gehele website enkel te bedienen met het toetsenbord. Gebruik de toetsen 'Tab', 'Enter', 'Spatie' en in sommige gevallen de pijltoetsen (bijvoorbeeld bij keuzerondjes in een formulier) om door de website te navigeren.
Informatie en de bediening van de gebruikersinterface moeten begrijpelijk zijn.
Richtlijn 3.1: Leesbaar
Maak tekstcontent leesbaar en begrijpelijk.
Succescriterium 3.1.1: Taal van de pagina (Niveau A)
De standaard menselijke taal van elke webpagina kan door software bepaald worden.
Uitleg van het succescriterium
Geef de belangrijkste taal van pagina's aan, zodat voorleessoftware van blinde bezoekers de informatie op de pagina correct kan voorlezen.
Voor HTML pagina's dient de taal aangeven te worden met een 'lang' attribuut: <html lang=“nl”>
Gebruik op XHTML pagina's zowel het xml:lang als het lang attribuut: <html xml:lang=“nl” lang=“nl”>
De taalcodes voor veelgebruikte talen: Engels: “en” of “en-US”, Duits: “de”, Frans: “fr”, Fries: “fy”. Zie voor overige taalcodes: http://xml.coverpages.org/iso639a.html
Succescriterium 3.1.2: Taal van onderdelen (Niveau AA)
De menselijke taal van elke passage of zin in de content kan door software bepaald worden, behalve waar het gaat om eigennamen, technische termen, woorden van onbepaalde taal en woorden of zinnen die deel zijn gaan uitmaken van het jargon van de onmiddellijk omringende tekst.
Uitleg van het succescriterium
Wanneer ergens een andere taal wordt gebruikt dan de basistaal van de pagina (zie succescriterium 3.1.1), dient hiervoor in de code een taalwisseling te worden aangegeven. Dan kan voorleessoftware van blinde bezoekers die informatie op de juiste manier voorlezen. Het gaat bij dit succescriterium om zinsdelen of zinnen. Voor 1 woord hoeft geen taalwisseling aangegeven worden. Als een heel menu een andere taal heeft, dient hiervoor wel een taalwisseling te worden aangegeven.
Voor HTML pagina's dient de taalwisseling aangeven te worden met een 'lang' attribuut. Bijvoorbeeld: <p>Hieronder volgt de informatie in het Engels:</p> <p lang=“en”>First, there is…</p>
Gebruik op XHTML pagina's zowel het xml:lang als het lang attribuut: <p xml:lang=“en” lang=“en”>First, there is…</p>
De taalcodes voor veelgebruikte talen: Engels: “en” of “en-US”, Duits: “de”, Frans: “fr”, Fries: “fy”.
Richtlijn 3.2: Voorspelbaar
Maak het uiterlijk en de bediening van webpagina's voorspelbaar.
Succescriterium 3.2.1: Bij focus (Niveau A)
Als een component de focus krijgt, dan veroorzaakt dat geen contextwijziging.
Uitleg van het succescriterium
Zorg ervoor dat geen grote wijzigingen plaatsvinden, wanneer onderdelen van de interface toetsenbord focus krijgen (dus wanneer er nog niet op wordt geklikt). Denk aan bijvoorbeeld links, knoppen en formulier invoervelden.
Succescriterium 3.2.2: Bij input (Niveau A)
Verandering van de instelling van een component van de gebruikersinterface veroorzaakt niet automatisch een contextwijziging tenzij de gebruiker geïnformeerd is over het gedrag vóór het gebruik van dit component.
Uitleg van het succescriterium
Zorg ervoor dat geen grote wijzigingen plaatsvinden, wanneer iets ingevoerd of veranderd wordt in een formulier invoerveld.
Voorbeelden van grote wijzigingen: de pagina ververst, er wordt een nieuw venster geopend of de pagina verandert zodanig, dat deze een andere betekenis heeft gekregen.
Succescriterium 3.2.3: Consistente navigatie (Niveau AA)
Navigatiemechanismen, die op meerdere webpagina's binnen een verzameling webpagina's herhaald worden, komen elke keer dat ze worden herhaald in dezelfde relatieve volgorde voor, tenzij een verandering wordt geïnitieerd door de gebruiker.
Uitleg van het succescriterium
Zorg voor een consistente navigatie: toon menu's, links en zoekvelden die op meerdere pagina's voorkomen altijd op dezelfde plaats.
Succescriterium 3.2.4: Consistente identificatie (Niveau AA)
Componenten die dezelfde functionaliteit hebben binnen een verzameling webpagina's worden consistent geïdentificeerd.
Uitleg van het succescriterium
Een onderdeel van de interface, dient altijd met dezelfde naam te worden aangeduid. Let er bijvoorbeeld op dat een contactpagina in het menu niet de ene keer 'contact' en de andere keer 'vraag stellen' wordt genoemd.
Richtlijn 3.3: Assistentie bij invoer
Help gebruikers om fouten te vermijden en ze te verbeteren.
Succescriterium 3.3.1: Fout identificatie (Niveau A)
Als een invoerfout automatisch ontdekt wordt, dan wordt het onderdeel waar de fout zit geïdentificeerd en de fout wordt tekstueel aan de gebruiker meegedeeld.
Uitleg van het succescriterium
Zorg voor goed identificerende foutmeldingen, wanneer een formulier niet kan worden verstuurd. Verwijs tekstueel naar het invoerveld dat niet correct is ingevuld. Vermijd woorden als 'dit veld is verkeerd ingevuld'. Voor blinde bezoekers is het namelijk beter om concreet de naam van het veld te noemen.
Zie voor meer informatie over formulieren: http://accessibility.nl/kennisbank/artikelen/toegankelijke-formulieren-in- webrichtlijnen-2
Succescriterium 3.3.2: Labels of instructies (Niveau A)
Als de content gebruikersinvoer vereist, dan worden labels of instructies geleverd.
Uitleg van het succescriterium
Bied bij formulier invoervelden duidelijke labels en instructies, zodat het voor alle bezoekers duidelijk is wat ingevuld dient te worden. Instructie dienen zowel voor ziende bezoekers als voor blinde bezoekers te achterhalen zijn.
Zie voor meer informatie over formulieren: http://accessibility.nl/kennisbank/artikelen/toegankelijke-formulieren-in- webrichtlijnen-2
Succescriterium 3.3.3: Foutsuggestie (Niveau AA)
Als een invoerfout automatisch ontdekt wordt en suggesties voor verbetering bekend zijn, dan worden de suggesties aan de gebruiker geleverd, tenzij dit de beveiliging of het doel van de content in gevaar zou brengen.
Uitleg van het succescriterium
Indien mogelijk is het goed om suggesties te bieden, wanneer een formulier verkeerd is ingevuld. Probeer naast een goed identificerende foutmelding (zie succescriterium 3.3.1), dus ook een suggestie ter verbetering te bieden. Dit mag een algemene suggestie zijn.
Bijvoorbeeld: “controleer of het e-mailadres het volgende formaat heeft: naam@domein.nl”.
Een concretere suggestie: een suggestie als: “bedoelde u de plaats 'Leiden'?”, als 'Lieden' is ingevoerd. Hoewel dit heel goed is, hoeven suggesties uiteraard niet altijd zo concreet geboden te worden.
Succescriterium 3.3.4: Foutpreventie (wettelijk, financieel, gegevens) (Niveau AA)
Voor webpagina's die wettelijke verplichtingen of financiële transacties voor de gebruiker uitvoeren, die, door de gebruiker te beheren gegevens in gegevensopslagplaatsen verwijderen of wijzigen, of die antwoorden van de gebruiker verzenden, geldt ten minste één van de volgende zaken: verzendingen kunnen ongedaan gemaakt worden, de gegevens zijn te controleren of de gegevens kunnen worden bevestigd.
Uitleg van het succescriterium
Zorg voor foutpreventie bij formulieren voor wettelijke verplichtingen, financiële transacties, het aanpassen van persoonsgegevens in een database of het doorgeven van testuitslagen. Bied gebruikers bijvoorbeeld voor het uiteindelijke versturen van zo'n formulier de mogelijkheid om de gegevens te controleren en aan te passen.
Content moet voldoende robuust zijn om betrouwbaar geïnterpreteerd te kunnen worden door een breed scala van user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.
Richtlijn 4.1: Compatibel
Maximaliseer compatibiliteit met huidige en toekomstige user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.
Succescriterium 4.1.1: Parsen (Niveau A)
In content die geïmplementeerd is met opmaaktalen hebben elementen volledige begin- en eindtags, zijn elementen genest volgens hun specificatie, bevatten elementen geen dubbele attributen en zijn alle ID's uniek, behalve waar de specificatie deze eigenschappen toelaat.
Uitleg van het succescriterium
Webpagina's moeten kunnen parsen. Oftewel, de pagina mag geen grammaticale fouten bevatten. Er wordt gecontroleerd op:
We raden aan om pagina's te valideren. Hierbij wordt op meer zaken gecontroleerd dan voor dit succescriterium vereist is. Als een pagina valideert, kan in ieder geval met zekerheid gesteld worden dat de hierboven genoemde problemen niet voorkomen. De officiële W3C validator: http://validator.w3.org.
Er zijn ook tools om meerdere webpagina's tegelijkertijd te valideren.
Succescriterium 4.1.2: Naam, rol, waarde (Niveau A)
Voor alle componenten van de gebruikersinterface (inclusief, maar niet uitsluitend voor formulierelementen, links en door scripts gegenereerde componenten), kunnen de naam (name) en rol (role), door software bepaald worden; toestanden (states), eigenschappen (properties) en waarden (values) die door de gebruiker ingesteld kunnen worden kunnen door software bepaald worden; en kennisgeving van veranderingen in deze items is beschikbaar voor user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.
Uitleg van het succescriterium
Zorg ervoor dat de naam en rol van onderdelen van de interface door software te begrijpen zijn. Zo is bijvoorbeeld bij <a href=”http://www.accessibility.nl“> Homepage Accessibility</a> de rol: link en de naam: 'Homepage Accessibility'. Wanneer echter een afbeelding wordt gebruikt (met JavaScript klikbaar gemaakt) in plaats van een ”<a href=…“, zou de rol niet te achterhalen zijn door software en kan bijvoorbeeld aan blinde bezoekers niet worden voorgelezen dat het hier een link betreft.
Voor formulier invoervelden dienen ook de toestanden, eigenschappen en/of waarden door software bepaald te kunnen worden. Dit kan verkeerd gaan, wanneer JavaScript op een foutieve manier wordt toepast.
Meer informatie over het aangeven van de naam, rol, waarde en toestand van HTML elementen: www.w3.org/TR/2012/NOTE-WCAG20-TECHS-20120103/H91
Creëer content die betekenisvol, voor iedereen bruikbaar, uitwisselbaar en duurzaam is.
Richtlijn U.1: Semantisch
Pas technologieën voor webcontent op betekenisvolle wijze toe.
U.1.1: Semantisch correcte opmaak (Niveau A)
Pas opmaaktalen toe op de in de specificatie beschreven wijze.
Uitleg van het succescriterium
Gebruik het blockquote element alleen voor citaten in blokvorm en niet voor de opmaak van tekst. Daarnaast zijn lay-out tabellen niet toegestaan, gebruik het table element alleen om datatabellen op te maken.
U.1.2: Geen afgekeurde en afgeraden eigenschappen (Niveau A)
Zie af van het gebruik van afgekeurde eigenschappen en afgeraden eigenschappen uit eerdere versies van technologieën voor webcontent.
Uitleg van het succescriterium
Gebruik geen afgekeurde of afgeraden elementen en attributen in HTML.
U.1.3: Kopregelhiërarchie (Niveau A)
Sla geen niveaus over in de hiërarchie van kopregels.
Uitleg van het succescriterium
Met koppen is het mogelijk om een goede structuur en hiërarchie te maken. Hierdoor kunnen hulptechnologieën en zoekmachines een duidelijk overzicht van de webpagina creëren. Zorg ervoor dat geen niveaus worden overgeslagen in de kopregel hiërarchie.
Om snel een duidelijk overzicht te krijgen van de koppen op een webpagina kan de Firefox extensie HeadingsMap gebruikt worden. Zie: https://addons.mozilla.org/nl/firefox/addon/headingsmap
Richtlijn U.2: Gescheiden
Scheid content van presentatie en van gedrag.
U.2.1: Scheiding van content en presentatie (Niveau A)
Content en presentatie worden gescheiden van elkaar aangeboden, indien de gebruikte opmaaktaal dit ondersteunt.
Uitleg van het succescriterium
Opmaak (style elementen en attributen) en HTML moeten gescheiden worden aangeboden. Het beste is om alle opmaak in een externe style sheet bestand te plaatsen. Ook is het volgens dit succescriterium niet toegestaan om afgekeurde elementen en attributen te gebruiken (zie ook succescriterium U.1.2).
U.2.2: Scheiding van content en gedrag (Niveau AA)
Content en gedrag worden gescheiden van elkaar aangeboden, indien de toegepaste technologie voor webcontent dit ondersteunt.
Uitleg van het succescriterium
JavaScript en HTML dienen gescheiden te worden aangeboden. Bied alle JavaScript in een extern bestand (Unobtrusive JavaScript) of zorg er in ieder geval voor dat de JavaScript code boven of onder de HTML code is geplaatst.
Richtlijn U.3: Bouw gelaagd
Borg de beschikbaarheid van basiscontent en -functionaliteit.
U.3.1: Gelaagd bouwen (Niveau A)
Gebruik technologieën op zodanige wijze, dat de basiscontent en -functionaliteit die nodig zijn om een webpagina te kunnen gebruiken onder alle omstandigheden beschikbaar zijn.
Uitleg van het succescriterium
Pas gelaagd bouwen toe, zodat de informatie en functionaliteit onder alle omstandigheden beschikbaar is voor bezoekers.
Richtlijn U.4: Foutmeldingen
Zorg voor bruikbare foutmeldingen.
U.4.1: Aangepaste foutmeldingen (Niveau A)
Biedt bij door het systeem gegenereerde foutmeldingen de gebruiker mogelijkheden om verder te gaan.
Uitleg van het succescriterium
Door het systeem gegenereerde foutmeldingen (404 pagina's) zijn standaard weinig informatief en bieden veelal geen mogelijkheden om verder te gaan op de website. Voor een bezoeker is het belangrijk om bij een foutmelding terug of verder te kunnen gaan op de website. Biedt daarom altijd duidelijke foutmeldingen aan met 'vluchtroutes'.
Dit succescriterium is gemakkelijk te testen door een foutieve URL in te typen. Bekijk vervolgens of er duidelijke foutmelding met 'vluchtroutes' wordt geboden.
Richtlijn U.5: Formulieren
Maak formulieren optimaal bruikbaar.
U.5.1: Ondersteuning bij formulieren (Niveau A)
Bied de gebruiker afdoende informatie en ondersteuning om een formulier succesvol te kunnen invullen en indienen.
Uitleg van het succescriterium
Bied voldoende ondersteuning bij formulier invoervelden.
Richtlijn U.6: Meertaligheid
Maak anderstalige content eenvoudig bereikbaar.
U.6.1: Taalkeuze (Niveau A)
Als webcontent beschikbaar is in meerdere talen, worden aan de gebruiker een of meer mechanismen aangeboden om tussen de verschillende talen te wisselen.
Uitleg van het succescriterium
Dit succescriterium is alleen van toepassing als een website dezelfde content in meerdere talen aanbiedt. Er worden eisen gesteld aan de links naar die andere talen.
Richtlijn U.7: Geneste weergavekaders
Sluit niemand uit bij het aanbieden van content middels geneste weergavekaders.
U.7.1: Alternatief voor geneste weergavekaders (Niveau AA)
Als content middels een genest weergavekader wordt aangeboden kan die content ook op een andere manier worden bereikt.
Uitleg van het succescriterium
Gebruik geen frames of iframes op de website. Alleen onder bepaalde omstandigheden zijn iframes toegestaan.
Richtlijn U.8: Identificatie van tekens en symbolen
Specificeer karaktercodering.
U.8.1: Specificeer UTF-8 (Niveau A)
Specificeer voor tekstuele content die door middel van een opmaaktaal is vastgelegd de UTF-8 karakterset.
Uitleg van het succescriterium
Voor alle webpagina's dient de UTF-8 karakterset te zijn aangegeven. Voor een HTML pagina dient dit zowel in een meta element als op de server te worden aangegeven. Dit laatste is te controleren met de Firefox-extensie LiveHTTPHeaders. Zie: addons.mozilla.org/nl/firefox/addon/live-http-headers
Richtlijn U.9: Openheid
Veroorzaak geen belemmeringen bij de creatie, publicatie en uitwisseling van content.
U.9.1: Gebruik ten minste open specificaties (Niveau AA)
Gebruik bij het aanbieden van content ten minste open, niet leveranciersafhankelijke en voor webcontent bedoelde specificaties. En geef bij gelijke geschiktheid de voorkeur aan open standaarden.
Uitleg van het succescriterium
Voor Webrichtlijnen 2 is het belangrijk dat open standaarden of open specificaties worden gebruikt.
Richtlijn U.10: URI's
URI's dienen duidelijk, uniek en duurzaam te zijn.
U.10.1: Duidelijke URI's (Niveau AA)
Het doel van de URI van een webpagina kan bepaald worden uit enkel de in de URI aanwezige informatie.
Uitleg van het succescriterium
Zorg ervoor dat op basis van het webadres kan worden voorspeld wat het doel is van de pagina's.
Tim Berners-Lee, bedenker van het World Wide Web en directeur van het World Wide Web Consortium (W3C), zei het al in 1997.
The power of the Web is in its universality. Access by everyone regardless of disability is an essential aspect.
Tim Berners-Lee
Bijna 20 jaar geleden gaf hij hiermee reeds de kern van de webrichtlijnen weer. Toegang tot het web zou voor iedereen een vanzelfsprekendheid moeten zijn. In 1999 heeft het W3C daarvoor een specificatie opgesteld onder de naam Richtlijnen voor Toegankelijkheid van Webcontent (WCAG), bedoeld voor mensen met een functiebeperking. Dat was versie 1.0.
Sinds 2008 is er WCAG 2.0 waarbij de richtlijnen onafhankelijk van de gebruikte technologie zijn geformuleerd. Hiermee blijven deze toepasbaar als de technologie zich ontwikkelt. Daarnaast zijn de criteria beter testbaar door automatische en menselijke testmethodes. WCAG 2.0 is met internationale inspanning tot stand gekomen om tot één enkele standaard voor web content te komen.
De Webrichtlijnen versie 2 van de Nederlandse overheid bestaan uit alle richtlijnen van de WCAG 2.0 plus enkele universele.
Dit is om de volgende reden:
In de Webrichtlijnen wordt een iets bredere definitie van het begrip toegankelijkheid gebruikt. Webcontent moet immers niet alleen toegankelijker gemaakt worden voor mensen met een functiebeperking, maar ook voor bijvoorbeeld zoekmachines, webbrowsers en (mobiele) apparaten. Daarom komen in de webrichtlijnen ook zaken aan bod als bouwkwaliteit, doorzoekbaarheid en uitwisselbaarheid van webcontent. Een aantal richtlijnen biedt daarnaast ook voordelen voor wat betreft de beheerbaarheid van content en de daaraan verbonden kosten.
Bron: https://www.webrichtlijnen.nl/wat-en-waarom/doorontwikkeling#scope
Bij eQTeam voorzien wij een enorme groei in de behoefte aan drempelvrije websites. Dit heeft 3 oorzaken:
Indien u hier bent aanbeland, dan zult u waarschijnlijk nog vele vragen hebben over de Webrichtlijnen v2.
Bij eQTeam beantwoorden wij deze graag, schroom dus niet om contact met ons op te nemen.
eQTeam kan bij webtoegankelijkheidsprojecten diverse rollen vervullen. En met name de inhoudelijke sturing van zo'n complex project nemen wij graag in handen om de afgesproken resultaten te behalen. Een extra uitdaging hierbij is vaak dat de tijd dringt.